
Godzijdank, het is tweede kerstdag. “De eerste heb ik gelukkig overleefd” dacht hij bij zichzelf. Eerste kerstdag zijn de mensen nogal stijfjes in het restaurant. Dan lijkt het wel alsof iedereen in de “alles moet perfect zijn” modus staat. Hij kon er geen muzieknootje naast zitten of hij ving wel een boze blik. Tweede kerstdag is de sfeer altijd losser. Klanten doen eerder hun stropdas af zeg maar. Bovendien heeft Anita dienst vandaag en dat scheelt ook een slok op een borrel. Hij hoefde maar naar haar te knipogen of er stond weer een glas wijn naast zijn keyboard. Het kan haast niet anders of zij heeft stiekem een oogje op hem. Ergens vindt hij haar ook wel leuk. Zeker als het wat later op de avond is, dan valt dat glazen oog niet meer zo op. Uiteindelijk is niemand perfect nietwaar? Soms moet je een oogje toeknijpen bedacht hij zichzelf terwijl hij in zijn bladmuziek zat te bladeren. “In het nieuwe jaar moet ik misschien toch maar eens contact zoeken met kolonel Von Streum” schoot het door zijn hoofd. Hij had gelezen dat deze manager goede zaken deed in de culturele sector op de weblog van Suske. Hij was eigenlijk wel in voor wat meer “rock ’n roll” in zijn leven. En wellicht kan Pretstael een toetsenist gebruiken als hij weer is bijgekomen, wie zal het zeggen? Hij controleerde zijn mobieltje, het nummer van Von Streum stond er nog in. Okay, “Driving home for Christmas”, altijd een goede opener, hij draait zijn volumeknop open en slaat de eerste akkoorden aan, tweede kerstdag kan beginnen.
