Fata Morgana #3

De hemel kleurt paars (foto: VihU)

Tot zijn verbazing staat hij in een steeg en niet op de gang naar het toilet. De hemel kleurt paars. De straatlantaarns proberen de omgeving op te lichten maar hebben weinig effect. Hij wrijft in zijn ogen en knijpt in de bol wol. Die is er gelukkig nog. Hij is niet helemaal gek geworden. Wel vraagt hij zich af hoe hij hier terecht is gekomen? De groene ogen van een rode kat kijken hem onderzoekend aan vanachter een vuilnisbak. “Hallo…”, begint hij weifelend. De kat blaast alsof hij wil zeggen “Wegwezen jij!”. “Ook goedenavond”,  mompelt Merlijn terug. “Let maar niet op die rooie, die heeft nogal een humeur de laatste tijd”, fluistert een zwarte kat vanaf een afdakje. Met opgetrokken wenkbrauwen kijkt Merlijn de kat aan. “Jij kan verstaan wat ik zeg?”. “Uiteraard kan ik dat, ik kan iedereen verstaan”, antwoordt de kat terwijl hij Merlijn met priemende ogen aankijkt. “Nooit van mij gehoord zeker? Ik ben Ubasti, kat van de onderwereld, om het maar even simpel te houden. Wat doe jij hier?”. Merlijn kijkt wat om zich heen en besluit dan om te antwoorden: “Ik heb geen idee, ik weet niet eens hoe ik hier terecht ben gekomen”. “Hmmm”, fluistert de kat terug terwijl zijn blik op de draad van wol valt. “Ik zou die draad maar goed vasthouden en hopen dat hij heel blijft als je nog terug wilt komen”.

Tekening: DessinDestin

Strontkar

Stront in Bakkum (foto: VihU)

Een strontkar in Bakkum. Rijd je er in de auto lekker achter, vraagt je passagier of het raam dicht mag. Nou nee dus! Even lekker die methaanlucht langs je neusvleugels laten razen ja! Wat zullen we nou krijgen met je raam dicht? Niks ervan! Die auto moet vol met zure urinelucht! Snertverdrie. Woar is mien rooie zaddoek?

Fata Morgana #2

Het is donker. Als hij uit bed gaat in het donker kan hij maar beter het bolletje wol meenemen. Uitgerold kan hij via het draad de weg terug weer vinden naar zijn bed. Want in het donker weet je maar nooit. Je kan zomaar de weg kwijt raken. Op de tast weet hij de wol op zijn nachtkastje te vinden. Hij slaat de deken van zich af en stapt uit bed. Voorzichtig schuifelt hij langs de rand van het bed naar de deur van de slaapkamer. Terwijl hij de draad van wol laat vieren graait hij naar de klink van de deur. Als hij het koude metaal voelt aarzelt hij even maar duwt toch de klink naar beneden. De koele lucht uit de gang komt hem tegemoet. Als hij er van overtuigd is dat zijn ogen niet verder kunnen wennen aan de duisternis zet hij zijn eerste stap in de gang. Wederom laat hij een stuk draad achter zich. Het is inmiddels 03:28 uur.

Fata Morgana #1

De draad en de nachtwandeling

Als hij naar bed gaat rond 10:00 uur neemt hij steevast een bolletje wol mee. Het uiteinde wordt vast gebonden aan een poot van het bed. Het bolletje ligt op zijn nachtkastje. Anders kan hij de slaap niet vatten. Tevreden doet hij zijn ogen dicht en glijdt weg in een diepe slaap. Eigenlijk zoals iedere avond. De cijfers van zijn digitale wekker verspringen van minuut naar minuut. Er heerst rust. Zelfs als de visite van de buren luidruchtig afscheid neemt op de binnenplaats van het appartementencomplex wordt hij niet wakker. Op een enkel vliegtuig na is het vanaf 00:02 uur muisstil. In de verte snort een brommer voorbij om 02:16 uur. De nachtdienst zit er op. Hij draait zich om in zijn slaap, zucht eens en ademt rustig door. In diepe slaap. Totdat hij om 03:23 plots zijn ogen opent.