Loveseat

Foto: VihU

“Zullen we een loveseat doen?” vroeg mijn vrouw toen ze kaartjes voor een film aan het reserveren was. “Doe maar, dat is gezellig zitten”, was mijn antwoord. Ik ben niet zo’n voorstander van de bioscoop. Het gekraak en geslurp van de ingeslagen consumpties is voor mij namelijk een bron van irritatie. Samen met het gehannes op mobieltjes en andere filmonterende activiteiten tijdens de vertoning gaat dat ten koste van mijn concentratievermogen. Genieten van een film wordt daardoor voor mij vrijwel onmogelijk in zo’n zaal. Tegen beter weten in wou ik het wel weer eens proberen.

We zaten met dertien personen in de bioscoopzaal. Voor ons drie personen die vrijwel geruisloos popcorn zaten te eten. Dat kan dus wel degelijk zonder geluid dacht ik nog bij mijzelf, dat is prettig. Ik begrijp het niet zo dat iemand eerst tien rondjes met zijn of haar hand in zo’n kartonnen bak moet graaien voordat ze iets eetbaars te pakken krijgen.

Toen het licht uitging bleek onze buurman aan de rechterkant een horloge te bezitten dat zoveel licht gaf dat hij ermee op een vuurtoren kon gaan staan. Die was goed voor een paar lasogen.

Links had een jong stel, ook in een loveseat, een dekentje meegenomen. Daar bewoog van alles onder. Ik kon ze niet op een hoogtepunt betrappen maar toen de buurvrouw boven op de buurman zijn schoot ging zitten was ik met de linkerkant ook wel klaar.

De loveseat is door de erotische smakgeluiden op de zwarte lijst beland tussen popcorn, chips en rietjes in drankjes. Ik denk dat we de volgende film maar weer gewoon thuis gaan kijken, op onze eigen lovecouch.

Operette

Tekening: DessinDestin

Met een ferme knal plantte hij zijn jeneverglas terug op de tap. “Doe er nog moar ene” bromde hij naar den waard. “Zou je dat nou wel doen?” vroeg deze terwijl hij de dop al van de fles aan het schroeven was. “Het goat wel” mompelde hij terug. Zwijgend keken ze hoe de drank langzaam de rand van het glas bereikte. Er werd geen druppel gemorst en geen woord gesproken. Hij zuchtte nog eens, pakte het glas en klokte de inhoud in een keer achterover. “Zo, dan ga ik moar”. Hij pakte zijn pet, gleed van de barkruk en waggelde naar de deur. De twee overgebleven stamgasten en den waard keken hem met enig medeleven na. Toen de deur was dichtgevallen waren ze het snel met elkaar eens. Als zij naar de operetteuitvoering van hun schoonzus moesten hadden ze er minstens nog een genomen.