
Grommend komen ze ’s nachts tevoorschijn en proberen de schade te herstellen die de mens overdag heeft aangericht aan moeder aarde. Ze zijn boos. Ze zijn kwaad. En hebben niets met de zichzelf superieur voelende mensheid. Er waren tijden dat ze konden samenwerken met de mensen. Althans, met een gedeelte ervan. Maar die tijden zijn allang voorbij. Ze hebben zich teruggetrokken en beschouwen ons als het grootste kwaad op aarde. Als ze zichzelf wel aan je tonen zit er maar een ding op: heel hard weg rennen. Zo hard als je kan en vooral niet omkijken.