
Eindelijk had ze een duinpannetje weten te vinden in de buurt van het strand in IJmuiden waar ze rustig naakt kon liggen. De zon voelt uiteindelijk toch het lekkerste zonder topje of broekje, vrijheid blijheid. Voor bepaalde hijgerige mannetjes betekende dat alleen wel dat zij de vrijheid namen om uitgebreid te gluren en daar zat ze niet echt op te wachten. Af en toe leek het of die ogen uit hun kassen zouden vallen. Thuis zouden ze waarschijnlijk niets hebben om naar te kijken, die kwijlers.
Loom draaide zij zichzelf nog maar eens om en keek omhoog naar de wolken. Hoe vaak had zij dat reclame-vliegtuigje nou langs horen komen? Acht, negen keer? En wat vloog dat ding toch raar laag? Dat was toch niet normaal? Ze kneep haar ogen samen en meende de piloot te kunnen zien zwaaien. Ze keek om zich heen, dat zou toch niet voor haar zijn?
Toen het vliegtuigje voor de tiende keer overvloog was de maat vol. In zichzelf vloekend zocht ze haar kleren bij elkaar en liet ze de duinpan voor wat het was. Op het terras van de dichtsbijzijnde strandtent bestelde ze een koude Corona. Daar was het wel weer eens tijd voor. Een goede Corona-crisis, “iedereen uit mijn buurt, opzouten en snel een beetje”.





