



Even de verzameling aanvullen 😉




Even de verzameling aanvullen 😉

Ze bestaan beste lezer, wc-acrobaten. Urenlang wordt moeten ze oefenen om contact met de wc-bril te vermijden. Ik zou het zelf niet voor elkaar kunnen krijgen. Ik schat in dat zelfs Adriaan dat niet meer voor elkaar krijgt. Tenzij Bassie hem een handje helpt. Op het moment dat wij deze ruimte bezochten voor enige sanitaire ontspanning was het er schoon. Dus daar kan het niet aan liggen. Bovendien, met je schoenen aan op de bril gaan staan hurken is weer niet echt hygiënisch voor degenen die wel gewoon plaats willen nemen op het toilet nietwaar? In ieder geval moeten ze in het Comics Museum van Brussel zoveel last hebben gehad van die wc-acrobaten dat ze dit bordje op het toilet hebben gemonteerd. Dat gaat wel weer erg ver. Gewoon de boel netjes achterlaten dan is is niets aan de hand, of aan de bril.

Dat ons bezoek aan Brussel te kort zou zijn konden we al inschatten voordat wij daar überhaupt een bezoek aan brachten. Tim Burton’s Labyrinth was de reis zeker waard. Een lust voor oog en oor. Door de aankleding van de expositieruimten wordt je helemaal zijn belevingswereld in gezogen. De bewegende beelden en het geluid maakten het helemaal af. Voordat we weer huiswaarts gingen ook nog even een bezoekje gebracht aan het Comics Museum. Inmiddels zijn we weer thuis, maar we komen graag weer eens terug voor een bezoek, we hebben in een kleine twee dagen nog lang niet alles gezien.



En op naar het zuiden, hop hop!

Huiverend stonden ze voor het huis te kijken. De hond van Johan gromde en trok zijn lippen op zodat zijn tanden zichtbaar werden. Die was niet dichter bij het huis te krijgen dan de plek waar zij nu stonden. Zelf was hij ook niet gretig om dichterbij te komen. In gedachten ging hij terug naar zijn jeugd. Een jaar of elf, twaalf moest hij zijn geweest. Toen kon je nog voetballen op straat. En dat deden ze dan ook. Tot het moment dat de bal van Peter over het hek vloog en naar de achtertuin rolde van het huis. Twijfelend hadden ze voor het hek gestaan. De bewoners waren hen nooit vriendelijk over gekomen. Eerder heel erg op zichzelf en nogal angstaanjagend. Als je ze al zag keken ze schichtig om zich heen om vervolgens snel weer het huis in te schieten. Peter had uiteindelijk de moed bij elkaar geraapt om zijn bal te gaan halen. Zo’n leren bal was was in die tijd uiteindelijk een hoop geld waard. Dat was tevens de laatste keer dat zij hem hadden gezien. Politieonderzoek mocht niet baten, Peter werd nooit meer gevonden. Het leek wel of de bewoners van het huis sinds die tijd helemaal niet meer buiten kwamen. Niemand kon zich herinneren hen te hebben gezien. Johan dook rillend weg in de kraag van zijn jas. Genoeg vrieskou voor vanavond. Hij liep door en riep zijn hond te volgen. Die liet dat zich geen twee keer zeggen en volgde zijn baas direct. Alles beter dan de aanblik van deze plek.
Zo, ik rijd weer fris in het rond. Iets hield mij altijd tegen om te blijven zitten tijdens het wassen. Toch maar eens gedaan. Beetje kinderachtig wellicht, maar ik vond het wel vermakelijk.

Nou woon ik in een buurt waarbij je nog wel eens iets tegenkomt op straat. In de zin van “gooi de zooi maar naar buiten, een ander ruimt het wel op”. Maar een compleet interieur waarbij het serviesgoed nog op tafel staat vestigd deze ochtend toch wel het record. Dat ben ik nog niet eerder tegengekomen. Je afval niet scheiden en gewoon maar op straat pleuren is natuurlijk de gemakkelijkste weg. Het is niet netjes, maar ik wil toch voorzichtig zijn om dit te veroordelen. Toen ik er omheen liep bekroop mij het gevoel dat hier wel eens een heel triest verhaal achter kan schuilen.


De toekan zat te balen op zijn tak. Dat is begrijpelijk als je imago te grabbel wordt gegooid door een familie valken.

Ir. H., maar dan net even anders getekend.